Inhoudsopgave:
- Ondervoeding en ondervoeding op oudere leeftijd
- Wat is ondervoeding?
- Wat zijn de oorzaken van ondervoeding?
- Hoe kan ondervoeding worden vastgesteld?
- Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?
- Hoe wordt ondervoeding behandeld?
- Tips bij ondervoeding en ondervoeding

Video: Ondervoeding Op Oudere Leeftijd - Ondervoeding: Oorzaken En Behandeling

2023 Auteur: Wallace Forman | [email protected]. Laatst gewijzigd: 2023-05-24 12:25
Ondervoeding en ondervoeding op oudere leeftijd
Ondervoeding (ondervoeding) is een veelvoorkomend probleem onder senioren, waarbij het aandeel van de getroffenen toeneemt met de leeftijd. De veranderingen in eet- en drinkgedrag leiden vaak ongemerkt tot onvoldoende energie-inname, neemt het lichaamsgewicht af, in sommige gevallen tot ernstig ondergewicht (ouderdomsanorexia). Tegelijkertijd krijgen de getroffenen te weinig essentiële voedingsstoffen, vitamines en mineralen. Ondervoeding wordt vaak niet als zodanig herkend, maar wordt ten onrechte 'ouderdom' genoemd. Het kan het beloop van veel ziekten negatief beïnvloeden en zelfs het sterftecijfer verhogen. Daarom: goed kijken, vroeg herkennen en direct handelen.
navigatie
- Lees verder
- meer over het onderwerp
- Advies, downloads & tools
- Wat is ondervoeding?
- Wat zijn de oorzaken van ondervoeding?
- Hoe kan ondervoeding worden vastgesteld?
- Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?
- Hoe wordt ondervoeding behandeld?
- Tips bij ondervoeding en ondervoeding
Wat is ondervoeding?
Ondervoeding resulteert in een tekort aan energie, eiwitten of andere voedingsstoffen (bijvoorbeeld vitamine B12). Er kan onderscheid worden gemaakt tussen kwantitatieve en kwalitatieve ondervoeding. Als er over een langere periode minder energie wordt verbruikt dan werkelijk nodig is, is er sprake van kwantitatieve ondervoeding. Als er een tekort is aan proteïne of een andere voedingsstof (bv. Vitamines, bulk en sporenelementen), is er sprake van kwalitatieve ondervoeding. Daarnaast lijden ouderen vaak aan een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve ondervoeding.
Jongere ouderen hebben vaker te maken met kwalitatieve ondervoeding, die vaak in verband kan worden gebracht met obesitas. Want zelfs bij een onevenwichtige samenstelling van de voeding kunnen te veel calorieën leiden tot een tekort aan belangrijke essentiële voedingsstoffen. Kwantitatieve ondervoeding is vooral een probleem voor ouderen.
Opmerking Ondervoeding kan het beloop van veel ziekten verergeren en een negatief effect hebben op veel lichaamsfuncties (bijv. Wondgenezing en vatbaarheid voor infectie).
Meer informatie over "Belangrijke voedingsstoffen voor senioren".
Wat zijn de oorzaken van ondervoeding?
Ondervoeding kan verschillende oorzaken hebben. Deze omvatten tal van fysieke en psychologische factoren, zoals kauw- en slikstoornissen, verminderde reuk- en smaakzin, verminderde maaguitrekking en verhoogde activiteit van de verzadigingshormonen, verlies van eetlust (bijv. Door medicatie) en sociale factoren (bijv. Eenzaamheid, verlies van de partner, angst en Jammer, bijvoorbeeld bij het vragen om hulp bij het eten). Bovendien kunnen tal van acute en chronische ziekten (bv. Dementie, de tremoren bij de ziekte van Parkinson en verlamming na een beroerte) het eten bemoeilijken en dus verminderen.
Hoe kan ondervoeding worden vastgesteld?
Er zijn verschillende methoden om ondervoeding of het risico op ondervoeding vast te stellen. Niet slechts één methode moet alleen worden gebruikt (bijvoorbeeld BMI of meting van de kuitomtrek), maar een combinatie van meerdere, zoals bij een screening (bijvoorbeeld MNA). Inclusief:
- Regelmatige gewichtscontrole en zorgvuldige observatie van de oudere (bijv. Gedrag tijdens het eten, hoeveelheid eten, etc.).
- Meting van de kuitomtrek en de dikte van de huidplooi van de triceps.
- Berekening van de BMI: Volgens de DGE wordt een bejaarde (65 jaar en ouder) als ondervoed beschouwd als de BMI lager is dan 20. Senioren met een BMI van 20 tot jonger dan 22 worden geacht het risico te lopen op het ontwikkelen van ondervoeding. Deze classificatie wijkt significant af van de BMI-classificatie voor volwassenen (19 tot jonger dan 65 jaar). Meer informatie onder The Body Mass Index.
- Documentatie van de gewichtshistorie van de laatste maanden tot jaren: de BMI alleen is niet voldoende om de voedingstoestand te beoordelen. Daarom is de gewichtshistorie erg belangrijk voor het beoordelen van het huidige lichaamsgewicht. Als een bejaarde bijvoorbeeld altijd 'wat steviger' is geweest en in korte tijd aanzienlijk aan lichaamsgewicht is afgevallen (meer dan vijf procent in drie maanden of meer dan tien procent in zes maanden), is dit een duidelijk waarschuwingssignaal voor mogelijke ondervoeding.
- Uitvoeren van een screening (bijvoorbeeld Mini Nutritional Assessment - MNA) in zorginstellingen: Deze screening dient plaats te vinden als onderdeel van een anamnese direct na bijvoorbeeld opname in een zorginstelling. De screening moet elke drie maanden worden herhaald, maar minstens één keer per jaar. Als er risico's of tekenen van ondervoeding zijn, wordt een gedetailleerde registratie van de voedingsstatus en alle beïnvloedende factoren aanbevolen (beoordeling). Uit deze informatie kunnen passende therapeutische maatregelen worden afgeleid (Duits netwerk voor kwaliteitsontwikkeling in de verpleegkunde - DNQP).
Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?
De onvoldoende aanvoer van energie en voedingsstoffen gedurende een lange periode heeft ernstige gevolgen voor tal van lichaamsfuncties. Als gevolg hiervan hebben ondervoede ouderen een hoger sterftecijfer en een significant hoger risico op tal van ziekten. Deze omvatten onder andere
- Afname van spiermassa en kracht (sarcopenie) evenals broosheid ("Kwetsbaarheid"); dit kan ook de ademhaling of de spijsvertering (darmen) beïnvloeden, aangezien de inwendige organen ook afhankelijk zijn van sterke spieren.
- Mobiliteit afnemen.
- Vertraagde hersteltijd (herstel).
- Verminderde wondgenezing en verhoogd risico op decubitus ("doorligwonden").
- Verhoogd risico op vallen en botbreuken (fracturen).
- Neurologische en cognitieve stoornissen (bijv. In geheugen en perceptie).
- Verhoogd risico op verschillende ziekten (bijv. Verschillende soorten kanker).
- Verhoogd sterfterisico.
- Verminderde kwaliteit van leven.
Hoe wordt ondervoeding behandeld?
De behandeling van ondervoeding is des te effectiever naarmate het eerder plaatsvindt en vooral voordat er een aanzienlijk gewichtsverlies optreedt. Omdat gewichtsverlies op oudere leeftijd moeilijk of niet te compenseren is. Het is belangrijk om de oorzaak (en) van de ondervoeding te achterhalen. Daarnaast vindt de behandeling individueel plaats aan de hand van de eetbiografie (bijv. Wat mensen vroeger graag aten? Welke voedingsmiddelen smaken helemaal niet lekker?).
Let op Goede communicatie tussen verschillende beroepsgroepen (geneeskunde, verpleging, diëtetiek, logopedie, keuken) en naasten zijn de beste voorwaarden voor optimale zorg, zorg en therapie voor senioren.
Voedingstherapie bij ondervoeding volgt een stappenplan. Het doel is door middel van orale voeding(eventueel met supplementen en / of drinkvoeding) om een compleet dieet te garanderen met voedingsmiddelen met een hoge nutriëntendichtheid. Voedsel of afzonderlijke voedselcomponenten zoals sauzen, soepen, pap, aardappelpuree en verschillende desserts kunnen worden verrijkt om de calorie-inname te verhogen. Zo zijn hoogwaardige plantaardige oliën of margarine, gemalen noten en zaden, slagroom, creme fraiche en boter geschikt om voedsel te verrijken. Indien met orale voeding niet aan de behoefte kan worden voldaan, kunnen de maaltijden worden aangevuld met koolhydraat- en eiwitconcentraten, vitamine- of mineralensupplementen. Daarnaast zijn er speciaal verrijkte voedingsmiddelen en dranken verkrijgbaar.
De sondevoeding wordt noodzakelijk wanneer (bv. Verrijkt met voedingsconcentraten en / of slokvoeders) door de orale voeding niet kan worden voldaan aan de energie- en voedingsbehoeften. Het doel is om de energie- en nutriëntentekorten veroorzaakt door enterale voeding te compenseren. Daarom is een combinatie van orale en enterale voeding vaak zinvol.
Als de voeding niet voldoende oraal of enteraal kan worden gegeven, is parenterale voeding de enige manier om de toevoer van energie en voedingsstoffen te waarborgen. Door middel van parenterale voeding wordt het maagdarmkanaal omzeild. Bovendien zijn gemengde vormen van orale, enterale en parenterale voeding mogelijk.
Let op Het gebruik van supplementen en slokjes dient altijd te worden besproken met een arts en diëtist. Ze kunnen ook informatie geven over eventuele kostenvergoedingen door de zorgverzekeraar en diepgaand advies geven over voeding.
Zowel enterale als parenterale voeding moet worden besteld door de behandelende arts.
Tips bij ondervoeding en ondervoeding
- Herken de oorzaken en onderzoek ze: Zelfs kleine veranderingen kunnen de oorzaak van ondervoeding of ondervoeding wegnemen (bijv. Aanpassen van een kunstgebit).
- Gedrag observeren: Als maaltijden en dranken gedeeltelijk volledig worden afgewezen en de betrokkene geen eetlust of eetlust meer heeft, kunnen dit alarmsignalen zijn.
- Let op de gewichtstrend: moet de riem worden aangespannen of glijden ringen van je vingers? Regelmatige gewichtscontroles kunnen tijdig worden herkend en maken tegenmaatregelen gemakkelijker. Het meten van de omtrek van de bovenarm is ook nuttig om een gewichtstrend te identificeren. Eet- en drinklogboeken helpen bij het schatten van de geconsumeerde hoeveelheden.
- Verhoog de energie- en nutriëntendichtheid: Voedsel met een hoge energiedichtheid (bijv. Vetrijke zuivelproducten) en het verrijken van gerechten (bijv. Sauzen, soepen en pappen met hoogwaardige plantaardige oliën, gemalen noten of zaden) kunnen een onvoldoende energietoevoer verhelpen. Melk en zuivelproducten, maar ook granen en peulvruchten, leveren waardevolle eiwitten die ouderen vaak missen. Maatregelen mogen alleen worden genomen na overleg met een arts en een diëtist.
- Eetlust & smaak stimuleren: Sterke kruiden met kruiden en specerijen versterken de geur en smaak van het eten en stimuleren de eetlust. Waarschuwing: zout mag niet meer worden gebruikt!
- Verbeter de omgang met voedsel: Kleine maaltijden (bijv. Fingerfood) in hapklare vorm zijn gemakkelijker te kauwen en het soms moeizame hanteren van mes en vork kan worden vermeden. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld kleine stukjes fruit en groente, broodhapjes, kaasblokjes, kleine pasteitjes van vlees, groente of vis, kroketten, stoofschotels, gedroogd fruit, fruitrepen enz. Ook speciaal serviesgoed en bestek en accessoires kunnen verlichting bieden. Hulpmiddelen kunnen worden geadviseerd door een ergotherapeut.
- Verdeel voldoende inname over de dag: aangezien de maag van oudere mensen niet meer zo goed kan strekken en de verzadiging sneller intreedt, worden meestal slechts kleine porties geconsumeerd. Veel kleine (tussen) maaltijden die over de dag worden verspreid zijn geschikter dan enkele grote maaltijden. Een late maaltijd (bijv. Yoghurt, melkdrank, fruit of kaasblokjes) kan een onderaanbod voorkomen.
- Een aangename eetatmosfeer creëren, individuele behoeften observeren en afwisseling bieden: dit bevordert de eetlust en de bereidheid tot eten en drinken.
Let op Ouderen hebben soms veel medicatie nodig (multimedicatie of polyfarmacie). Ongewenste bijwerkingen (bijv. Droge mond, misselijkheid, verminderde eetlust en verminderde opname van bepaalde voedingsstoffen, zoals vitamine B12 via het maagdarmkanaal) kunnen tot ondervoeding leiden. Bespreek dit met uw arts en uw diëtist.